Inleiding
Dit is de eerste module van een serie modules over User Experience design. Je kunt User Experience design vertalen als het ontwerpen van een goede beleving van de gebruiker. In het werkveld gebruikt men altijd de Engelse naam voor het vak. Vaak wordt het afgekort tot UXD.
In het vak User Experience design leer je hoe je rekening moet houden met de gebruiker wanneer je een ontwerp maakt voor een website of applicatie. Natuurlijk geeft ook een tijdschrift of poster een "beleving". Maar het vak uxd gaat vooral om de beleving van de gebruiker met een interactief apparaat. Interactieve apparaten reageren op handelingen van mensen: Je klikt of swipet en er gebeurt wat.
De experience is het gevoel dat een bezoeker meekrijgt bij het bezoeken van bijvoorbeeld een website of app. Een goed ontworpen gebruikerservaring geeft de bezoeker een positief gevoel.
In dit vak gaat het niet over kleuren en typografie maar over:
- Welk doel heeft de gebruiker?
- Hoe vindt de bezoeker zijn weg en hoe wordt de inhoud gepresenteerd?
- Wat staat waar op je website of app?
- Hoe werkt het en waarom?
- Hoe ervaart de gebruiker de website of app?
- De User: Deze eerste module gaat over de user = gebruiker. Wat is een gebruiker en wie is die gebruiker?
- De Experience: De tweede module legt uit waardoor de beleving van de gebruiker beïnvloed wordt.
- Het Design: In de derde module leer je de stappen die je moet maken om te komen tot een goede User Experience.
Doel van deze module
De kennis van deze module heb je nodig voor het uitvoeren van kerntaak 1.2: Maak een concept.
In het hoofdstuk over de user leer je:
- wat is een gebruiker
- wat is interactie
- wat is een doel, een taak en een actie
In het hoofdstuk doelgroepen leer je:
- een doelgroep te beschrijven
- een onderzoek doen naar de doelgroep
- een gebruikersprofiel maken
- een persona maken
Hoe is de module opgebouwd?
De module bestaat uit een twee hoofdstukken. In elk hoofdstuk vind je theorie. Tussendoor staan oefeningen. Deze oefeningen zorgen er voor dat je lesstof beter gaat begrijpen. In het laatste hoofdstuk staan eindopdrachten. Je mag kiezen welke eindopdracht je maakt.
Wat moet je kunnen/kennen/bewijzen aan het eind van deze training?
Je kunt je kennis bewijzen door het maken van een gebruikersprofiel, een persona en één van de eindopdrachten.
Je bespreekt met je docent wat en hoe je alles moet inleveren voor je cijfer voor deze module.
Waar kun je nog meer informatie vinden over het onderwerp van deze training?
In module 6 van deze serie leer je meer over gebruikers.
Wil je nu al meer lezen, dan is de site www.frankwatching.com een goed begin.