Je weet, interactie is de communicatie tussen mensen en machines. Hoe de gebruiker communiceert is afhankelijk van de devices waarmee de gebruiker werkt. Elke handeling van de gebruiker waarop het interactief product kan reageren wordt een event genoemd. Wat er daarna gebeurt is vastgelegd (geprogrameerd ) in een eventhandler.
In deze module worden verschillende events met de verschillende devices behandeld en welke gevolgen dat heeft voor het ontwerp van een interactief product.
Hoe de interactie beleefd wordt, is niet alleen afhankelijk van de hardware (schermformaten en invoerapparatuur) maar ook van andere factoren zoals:
Door middel van een user journey kun je deze facetten duidelijk maken en gebruiken bij het ontwerp.
Verder leer je welke technieken je kunt gebruiken om deze interactiviteit weer te geven zodat je dit kunt communiceren met collega-vormgevers, developers en klanten.
In deze lesmodule leer je hoe je rekening moet houden met de verschillende devices bij het ontwerpen van interactie. In het tweede hoofdstuk leer je hoe je kunt bijdragen aan een goede experience door rekening te houden met de context. Je leert deze interacties weer te geven met behulp van storyboards en activiteitendiagrammen.
De training bestaat uit drie hoofdstukken. Lees deze steeds goed door. Tussen de tekst staan oefeningen die je moet maken. In het laatste hoofdstuk staan twee eindopdrachten. Overleg met je docent met welke eindopdracht je de module afsluit.
Aan het eind van deze training weet je hoe je rekening moet houden bij het ontwerp met de gebruikte hardware en hoe je micro-interacties kunt inzetten om de gebruiker feedback te geven op de handelingen. Je kunt interactivteit vastleggen in schema's. Dit bewijs je door het maken van een eindopdracht.
Links naar websites, enz.